Statuten

Onze statutaire bestuurssamenstelling en beloningsbeleid

 
Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen 

 

Artikel 4

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van ten minste drie bestuurders. 
  2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Een bestuurder kan meer dan één functie bekleden. 
  3. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd. 
  4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden. 
  5. Het bestuur en/of andere beleidsbepalers zullen voor haar werkzaamheden geen beloning  ontvangen, behoudens een niet bovenmatig vacatiegeld. Indien een bestuurder en/of een andere beleidsbepaler tevens een uitvoerende functie vervult dan kan het bestuur de bestuurder dan wel de andere beleidsbepaler voor die  werkzaamheden een beloning toekennen. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken worden hen door de stichting vergoed. 
  6. Een bestuurder defungeert: 
    1.  door zijn overlijden; 
    2.  doordat hij failliet wordt verklaard of surséance van betaling aanvraagt; 
    3.  door zijn onder curatele stelling; 
    4.  door zijn aftreden; 
    5.  door zijn ontslag door de rechtbank; 
    6.  door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuurders. 
  7. Een besluit als bedoeld in lid 6 sub f van dit artikel moet worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

 

Bestuur: taak en bevoegdheden 

Artikel 5 

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 
  3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de  stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders. 
  4. De stichting beschikt over een actueel beleidsplan van het bestuur dat inzicht geeft in de door de stichting te verrichten werkzaamheden, de wijze van verwerving van gelden, het beheer van het vermogen van de stichting en de besteding daarvan.

 

Bestuur: besluitvorming

Artikel 6 

  1. Iedere bestuurder heeft één stem. 
  2. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Heeft bij een stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid van de stemmen verkregen dan wordt herstemd tussen de personen, die het hoogste en het op  2015.0032.01/PRD  blad 3 Notea een na hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd, totdat bij deze stemming of een  latere stemming iemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen. Indien echter de stemmen voor een tweede maal staken, beslist het lot. 
  3. De voorzitter en tenminste twee der overige bestuurders zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen. 
  4. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens dezen door de secretaris schriftelijk op een termijn van tenminste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen  onderwerpen. Indien werd gehandeld in strijd met het bepaalde in de vorige zin, kan het bestuur  niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders voor het tijdstip der vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, te bepalen door degeen die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd. 
  5. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Een bestuurder kan slechts één mede-bestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
  6. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden, met dien verstande, dat indien een of meer bestuurders zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
  7. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 
  8. Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één bestuurder dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 
  9. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door  de secretaris of door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend. 
  10. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de meerderheid dan wel vereiste grotere meerderheid van het aantal bestuurders zich voor het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. 
  11. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling _ van de balans en de staat van baten en lasten (zie hiervoor ook artikel 8). Vertegenwoordiging  2015.0032.01/PRD  blad 4 

Notea

Artikel 7 

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders. 
  3. Tegen een handelen in strijd met artikel 5 leden 2 en 3 kan tegen derden beroep worden gedaan. 
  4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 8

  1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar. 
  2. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige administratie omtrent de vermogenstoestand van de stichting, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. De administratie van de stichting is voorts zo ingericht dat daaruit duidelijk blijkt: 
    1. de aard en de omvang van aan de bestuursleden en/of andere beleidsbepalers toekomende onkostenvergoedingen, vacatiegelden en indien het bepaalde in artikel 4 lid 5, 2e volzin van toepassing is  toekomende beloning;
    2.  de aard en omvang van kosten die door de stichting zijn gemaakt voor verwerving van gelden en kosten van beheer alsmede andere uitgaven van de stichting; 
    3.  de aard en omvang van de inkomsten van de stichting;
    4.  de aard en omvang van het vermogen van de stichting. Uit de administratie blijkt het doel waarvoor het vermogen wordt aangehouden alsmede  een motivering voor de omvang van (aangehouden) vermogen.
  3.  De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken der stichting af en _ maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. Het bestuur kan de balans en de staat van baten en lasten doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen registeraccountant, casu quo accountant-administratieconsulent.  Deze accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af. Het bestuur is verplicht de in dit lid bedoelde bescheiden gedurende tenminste zeven jaren te bewaren. 
  4. De penningmeester stelt uiterlijk twee maanden voor de aanvang van een boekjaar een begroting van de baten en lasten van het komende boekjaar op. 
  5. De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de in de voorgaande zin  bedoelde termijn aan alle bestuurders. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden vóór de aanvang van het boekjaar vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend.

 

Reglement 

Artikel 9 

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven. 
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.  2015.0032.01/PRD blad 5 Notea
  3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
  4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 11 _ lid 2 van toepassing. 

Commissies

Artikel 10 

Ter voorbereiding, ondersteuning of uitwerking van de activiteiten van de stichting, kan het bestuur commissies instellen, waarin natuurlijke personen en rechtspersonen zitting hebben. De werkzaamheden van de commissies worden door het bestuur geregeld. 

Statutenwijziging

Artikel 11 

  1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
  2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een voltallige vergadering van het bestuur. Is de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, dan  zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezigen. 
  3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval tenminste twee weken. Het bepaalde in artikel 6 lid 4 tweede zin is van overeenkomstige toepassing. 
  4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder bestuurslid is tot het doen verlijden van deze akte bevoegd. 
  5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledig doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de  Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden register.

 

Ontbinding en vereffening 

Artikel 12 

  1. Op een besluit van het bestuur tot ontbinding van de stichting is het bepaalde in het voorgaande artikel leden 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing. 
  2. Het bestuur is met de vereffening belast, tenzij het bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars benoemde. 
  3. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het in _ lid 5 van het voorgaande artikel bedoelde register. 
  4. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast, welk batig liquidatiesaldo dient te worden besteed ten behoeve van een of meerdere kwalificerende algemeen nut beogende instellingen met een gelijksoortige doelstelling.
  5. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting _ worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. 
  6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting  gedurende zeven jaren onder berusting van de door de vereffenaars uit hun midden aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in lid 5 van het voorgaande artikel vermelde register.

 

Slotbepalingen 

Artikel 13

  1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. 
  3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend vijftien. 

 

Slotverklaring

 

Ten slotte verklaarde de comparant dat bij deze oprichting: 

     a. het bestuur bestaat uit drie (3) bestuurders; 

     b. voor de eerste maal zijn bestuurders, in de achter hun naam vermelde functie: 

 

  1. de heer Hendrikus Albertus Grotenhuis, geboren te Enschede op 12 januari 1959 als voorzitter; 
  2. de heer Cecile Werner Kruijn, geboren te 's-Gravenhage op 19 augustus 1965 als penningmeester; 
  3. mevrouw Trijntje Grietje Fenna van der Leer-Glas,  geboren te Langedijk op 26 maart 1960 als secretaris.